Zomaar drie opvallende berichten op het internet van de afgelopen tijd:
“Lousiana’s coastline is disappearing at the rate of a football field an hour”
“Stress of burn out geen ziekte maar gezonde reactie op ‘moderne’ leven”
“Schotse dokters schrijven natuur voor”
Deze koppen zijn willekeurige voorbeelden van hoe onze levenstijl onszelf en onze wereld in onbalans hebben gebracht. Het zicht op wat werkelijk van belang is en het begrip van samenhangen zijn behoorlijk op de achtergrond geraakt.
De kop over Lousiana’s coastline gaat erover dat land en zee hier tot voor kort een heel fijn werkend evenwicht vormden, waar precies zoveel materiaal werd aangevoerd en afgezet om net niet te worden weggeslagen door de zee. Door indijking en grootschalige gas- en olie winning zijn het natuurlijke sedimentatieproces en evenwicht volledig verstoord. Hele arealen land stromen onder en raken verloren aan de zee.
We hadden hier ook talloze, andere voorbeelden aan toe kunnen voegen over verwoestijning, ontbossing, of erosie en overstromingen door ski-toerisme, wateroverlast door teveel asfalt, bodemdalingen door ontwatering et cetera, de lijst is simpelweg oneindig.
De beide andere koppen gaan over een van de grote ziektes van onze samenleving: teveel binnen zitten, te hoge druk en teveel verwachtingen en zo dus ook uit balans zijn met het leven. De derde kop geeft ook positief nieuws, de Schotse dokters zijn zich bewust dat genezing soms heel simpel is en dat we terug moeten naar onze oeroude en levende bron: de aarde.
Hier hadden we natuurlijk ook allerlei voorbeelden kunnen aanhalen over de medicalisering, Monsanto, sociale ontwrichtingen, verslavingen en hiermee verwant uitvallen uit de samenleving, et cetera.
De film Koyaanisqatsi (Hopi-taal voor Leven uit balans) uit 1982 gaf de problematiek destijds eigenlijk al op indringende wijze weer.
Waar is het mis gegaan?
De prehistorische mens had nog geen verlichting, internet of bijvoorbeeld auto’s en leefde in balans en onderlinge afhankelijkheid met de natuurlijke omgeving.
Kijken we naar de hedendaagse ‘natuurvolkeren’, zoals we ze met licht dédain wel noemen, dan valt op zij de aarde als spirituele en levende bron zien (Moeder Aarde) en er als zodanig ook mee omgaan. De aarde leeft, voedt, fluistert ons dingen in en draagt ons. Het is een oord dat overvloedig leven geeft, dat ons een kans geeft ons avontuur hier op aarde ten volle uit te leven en waar we dankbaar voor kunnen zijn. Als we dat in afstemming doen kan er veel meer en ook nog over een langere tijd dan wat we nu creëren. De aarde werkt altijd mee. Belangrijk om te weten is dat de aarde altijd naar ontspanning en harmonie streeft. Een bliksem is de ontlading van spanningsverschil, een aardbeving ontlaadt de spanning tussen aardplaten, een rivieroverstroming zorgt dat het water zo snel mogelijk weg kan. Hoe meer spanningen en extremen wij als mensen veroorzaken hoe extremer de aarde reageert om te kunnen ontladen.
De westerse wereld is het besef van een levende aarde in de loop van de geschiedenis ergens kwijtgeraakt. Twee ontwikkelingen die hieraan hebben bijgedragen licht ik kort uit: allereerst de komst van godsdiensten waarbij de vrije, goddelijke ziel van de mens ondergeschikt werd gemaakt aan een of meer externe goden in de hemel. De macht over ‘het zelf’ werd zo gedelegeerd aan een andere, zogenaamd hogere ‘instantie’. Het is logisch dat dit de verbinding met de eigen bron en met de aarde ontkracht heeft.
Met de komst van de moderne wetenschap en rationalisatie werden vervolgens ziel en bewustzijn definitief ontkoppeld van het lichaam. Bewustzijn werd een afgeleide en product van het brein. De ziel verdween dus uit beeld. We zijn daarom vooral gaan vertrouwen op ons hoofd en ons innerlijk weten gaan wantrouwen. Er kwam een mechanistisch wereldbeeld voor terug dat nog steeds velen in hun greep houdt. Dit is deels begrijpelijk omdat onze wetenschap spectaculaire ontdekkingen heeft gedaan en grote prestaties heeft geleverd. Gevolg voor de aarde is echter dat we haar als fysiek bezit zijn gaan beschouwen, zonder eigen bewustzijn. De prachtige titel van het Indiaanse geschrift ‘Hoe kun je de lucht bezitten?’ stelt een zeer terechte vraag. Het ‘moderne’ denken is dus het tegenovergestelde van het beeld uit vroegere tijden waarin de aarde nog een levende entiteit was. Een beetje gechargeerd gesteld beleven we de natuur op zondagmiddag en in de vakantie achter hekken op keurige paadjes en in nationale parken als een luxe bijkomstigheid. We zijn meer binnen dan buiten, we jagen elkaar op. We zien ons werk in kantoren zonder licht, lucht en groen, ver verwijderd van de natuur als normaal, merkwaardig eigenlijk. Een deels ontzielde wereld, een gestreste samenleving en een wegkwijnende natuur zijn het gevolg. Is deze desastreuze manier van leven niet gewoon een groot misverstand?
Wat kunnen we eraan doen?
Gelukkig dringt steeds meer het besef door dat we de levende aarde en haar essentiële kwaliteiten hard nodig hebben en dat onze handelwijze uiteindelijk niet alleen stress en structurele onbalans geeft, maar zelfs ons voortbestaan bedreigt. Denk maar aan de klimaatverandering met grotere weersextremen, zeespiegelstijging, ontbossingen gevolgd door bijvoorbeeld vluchtelingenstromen. In hoog tempo worden technische oplossingen gezocht met ook mooie resultaten. Dat helpt natuurlijk, maar het zal niet voldoende zijn en ook niet standhouden als we niet tegelijkertijd fundamenteel anders tegen de fysieke en spirituele betekenis van de aarde gaan aankijken. Het is tijd om de aarde weer op waarde te gaan schatten, samenhangen te onderzoeken en vooral om ons weer tot in alle cellen te verbinden met aarde. We kunnen daarin veel leren van de oude volkeren en van de aarde zelf en dat weten we eigenlijk wel. Het is niet voor niets dat documentaires als Down to Earth en The Wisdomkeepers zo populair zijn.
Het is een enorme uitnodiging om de arrogantie van het hoofd los te laten en te durven luisteren naar millennia oude inzichten. We worden ook uitgenodigd opnieuw betekenis geven aan de aarde door al onze zintuigen inclusief onze intuïtie te openen en te luisteren, te voelen en ervaren wat de aarde ons laat zien en vertelt. De beloning is groot. Buiten, in de vakantie bijvoorbeeld, ontspannen we, genieten we, vertrouwen we, laden we op, worden we gezonder en doen we als vanzelf de inspiratie op. In het dagelijks leven laten we dat binnen een paar weken weer dichtslibben en lijkt het niet meer belangrijk. Waarom? En waarom nemen we deze kracht niet mee in het dagelijks bestaan en laten we dit niet overal in doordringen? Het is een kwestie van kijken, luisteren, voelen, genieten en gewoon vragen stellen. Wat zijn de processen van de aarde? Wat kunnen we daarvan leren? Hoe kunnen we hierop afstemmen? Hoe kunnen we dit zowel in onze besluiten in bedrijf, bestuur en in al ons dagelijks handelen en in ons eigen vakgebied meenemen en integreren? Wat betekenen onze besluiten voor de komende generaties, voor de aarde, voor het planten- en dierenrijk? Ingrepen in het land, besluiten over de toekomst en initiatieven van allerlei aard zouden door de aarde zelf moeten worden ondersteund en onderhouden. Dus niet de natuur en de aarde als luxe maar als gids, drager en informatiebron. Je zult verbaasd staan van de wijsheid die hier is. Zoals gezegd, de aarde streeft naar harmonie en werkt altijd mee in dienst van het leven!
Eigenlijk is het allemaal niet zo ingewikkeld. Het gaat erom of we over onze eigen schaduw heen kunnen stappen, of we echt willen en durven en …of het water ons soms letterlijk al genoeg aan de lippen staat. Wat is nu echt belangrijk? En dat weten we eigenlijk best wel.
O ja en hoe is het intussen met de aarde? Welnu, die beweegt, transformeert, blijft prachtig en zoekt gewoon steeds een nieuwe balans, ook als wij verdwenen zijn.
Over de schrijver
Tjeerd Gorter is fysisch geograaf, facilitator en trainer van bewustzijnsprocessen. Naast het geven van opleidingen, leidt hij vele transformerende reizen en excursies voor individuen en teams naar energetisch krachtige gebieden.